Dossier

Welzijn varkens

De varkenshouderij kent de volgende diercategorieën: guste en drachtige zeugen, kraamzeugen met kraambiggen, gespeende biggen en vleesvarkens. In 2010 waren er ca. 12.3 miljoen varkens op ruim 7000 bedrijven aanwezig (CBS, april 2010). Nederland heeft relatief veel zeugen, waardoor een fors aantal gespeende biggen geëxporteerd wordt.

Inleiding

Gespeende biggen worden van 4 tot 10 weken leeftijd in groepen gehouden. De groepsgrootte en vloeruitvoering kan erg verschillen. Vleesvarkens worden overwegend in groepen van 8-12 dieren gehouden op een gedeeltelijk dichte vloer. Er zijn enkele initiatieven om vleesvarkens in grotere groepen te houden. Zeugen zitten gedurende de kraamfase in individuele kraamboxen, maar moeten in Nederland binnen 4 dagen na inseminatie in een groep worden geplaatst.

Naast de reguliere houderijvorm is er een kleine biologische sector en zijn er enkele integraties/ketens, die zich op specifieke claims richten (bv Milieukeur, Livar), of voldoen aan het sterrensysteem (Beter Leven) van de Dierenbescherming.

In dit dossier worden de belangrijkste oorzaken van welzijnsproblemen bij varkens besproken. Welzijnsproblemen bij varkens hangen grotendeels samen met individuele huisvesting, mengen, prikkelarme omgeving, ruimtegebrek, vroeg spenen, ingrepen (castreren, couperen, tandjes slijpen), snelle groei en slecht stalklimaat.

Zie het Welfare Quality dossier voor meer informatie over het meten van welzijn aan de hand van dierkenmerken.

Individuele huisvesting

Groepshuisvesting, Wageningen UR Livestock Research

Individuele huisvesting voldoet niet aan behoeften tot onderling sociaal contact van varkens. Voor drachtige zeugen is groepshuisvesting vanaf 2013 verplicht in de EU.

Mengen

In groep brengen van varkens, bron: onbekend

Hoewel varkens sociale dieren zijn, zijn ze intolerant ten opzichte van vreemde varkens; mengen en introductie in een groep levert altijd onrust, stress en vaak ook vechtschade op. Sociaal vaardige dieren, voldoende ruimte, vluchtmogelijkheden en goede strategieën om dieren te mengen kunnen veel ongerief helpen voorkomen. Ook heeft de interactie tussen mensen en varkens een grote invloed op het welzijn van varkens. Een rustige, positieve omgang met varkens voorkomt angst en onrust en daarmee stress.

Prikkelarme omgeving

Hooimand, bron: Van der Vegt

In stalsystemen waar geen strooisel of ander geschikt afleidingsmateriaal/substraat om te wroeten wordt gebruikt, worden varkens gefrustreerd in hun natuurlijke behoeften om te exploreren. Afwijkend en stereotiep gedrag zijn het gevolg. Ook wederzijdse beschadigingen, zoals staart- en oorbijten, komen regelmatig voor.


Ruimtegebrek

Ruimte is belangrijk voor beweging en om soortspecifiek gedrag uit te voeren. Varkens willen graag aparte ruimtes om te eten, te rusten, te exploreren en te mesten. De gebruikelijke hokafmetingen maken deze scheiding lastig. In de huidige krappe hokken voor kraamzeugen is nauwelijks mogelijkheid om nestbouwgedrag en verzorgingsgedrag uit te voeren.

Vroeg spenen

Big wil hetzelfde brokje als zijn moeder, Wageningen UR Livestock Research

Spenen geeft stress. De jonge biggen missen hun moeder, hun vertrouwde hok en bovendien moeten ze wennen aan het nieuwe voer. Met als gevolg dat te veel biggen in de eerste dagen na het spenen niet vreten, gewicht verliezen en ziek worden. Later spenen van biggen leidt ook tot betere weerstand tegen ziektes en vermindert diarree bij biggen.

Ingrepen

De krul moet terug in de varkensstaart, bron: Wageningen UR Livestock Research

Binnen de varkenshouderij worden, naast ingrepen ten behoeve van identificatie, de volgende ingrepen toegepast: castreren, tanden slijpen, en couperen van staarten. Castreren wordt gedaan om berengeur te voorkomen en is alleen nog toegestaan onder verdoving. Tandjes worden geslepen (<7 dagen) om te voorkomen dat de biggen de zeug tijdens het zogen verwonden. Staarten worden gecoupeerd (<4 dagen) om staartbijten te verminderen. In de praktijk gebeurt dit op de meeste bedrijven, ook mag dit alleen als blijkt dat anders staartbijten optreedt op het bedrijf. Op biologische bedrijven zijn deze ingrepen niet toegestaan.

Snelle groei

Osteochondrose (OCD) is een skelet aandoening, die in verschillende diersoorten gezien wordt. OCD hangt onder meer samen met een hoge groeisnelheid. In Nederland ontbreken recente gegevens over de incidentie van OCD, maar uit cijfers uit het verleden en studies uit omringende landen, mogen we aannemen dat ook in Nederland OCD bij het merendeel van de varkens – vleesvarkens en (fok)zeugen - in meer of mindere mate aanwezig is. Omdat de groei van de Nederlandse vleesvarkens ieder jaar toeneemt, neemt naar verwachting ook het aandeel varkens met osteochondrose toe.

Slecht stalklimaat

Klimaat heeft groot effect op gedrag en gezondheid, bron: Wageningen UR Livestock Research

Zonder een goede luchtverversing wordt het in varkensstallen te warm en worden de concentraties van vooral stof en ammoniak te hoog. Dit vergroot het risico op longproblemen. Tocht geeft onrust en meer kans op staart- en oorbijten. Jonge dieren hebben een verwarmde stal, een warm biggennest of voldoende stro/strooisel nodig om zich warm te houden, anders worden ze ziek.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Laatste wijziging aan dit dossier:

22 september 2015

Bron introfoto: Wageningen UR Livestock Research