Dossier

Welzijn schapen

De omvang van de schapenstapel in Nederland bedroeg in 2008 volgens de landbouwtelling ruim 1,2 miljoen dieren waarvan ruim 600.000 ooien.

Inleiding

Circa 60% van de schapen wordt bedrijfsmatig gehouden door zo’n 5000 houders. Het resterende deel wordt hobbymatig gehouden.

Het aantal ooien op bedrijfsmatige schapenhouderijen loopt uiteen van enkele tientallen tot meer dan duizend. Bij hobbyhouders varieert dit van 1 tot zo’n 100. In de professionele schapenhouderij is in toenemende mate sprake van schaalvergroting.

De schapenhouderij is overwegend een grondgebonden sector en vervult in toenemende mate een rol in terreinbeheer (dijken, heide, natuurterreinen, bermen e.d.). Het overgrote deel van de schapen wordt in (afgerasterde) weiden gehouden. Het gros van de schapen wordt gehouden voor de vleesproductie. De melkschapenhouderij is met ruwweg 40 bedrijven kleinschalig.

In dit dossier worden de belangrijkste oorzaken van welzijnsproblemen bij schapen besproken. Welzijnsproblemen bij schapen hangen grotendeels samen met hitte, lammersterfte, hoge ziektegevoeligheid en oormerken.

Zie het Welfare Quality dossier voor meer informatie over het meten van welzijn aan de hand van dierkenmerken.

Hitte

Bron foto: Marko Ruis

In de Nederlandse schapenweiden zijn niet altijd voldoende schaduwplekken aanwezig of ontbreken ze, waardoor een flink deel van de populatie hittestress ondervindt als de temperatuur boven de ca. 23 graden Celcius stijgt. Maar ook beneden deze temperatuur kunnen bewolde, lacterende en drachtige dieren al hittestress ondervinden, wat te merken is aan een verhoogde ademhalingsfrequentie, extra vochtinname, verminderde voeropname, en lagere melkgift.

Lammersterfte

schapenhouderij%20gezonde%20lammeren.jpg

De lammersterfte binnen een maand na geboorte bedraagt ruim 10% en kan in de melkschapensector zelfs nog hoger oplopen. Het grootste deel van de lammersterfte treedt op binnen de eerste levensweek. Belangrijke oorzaken zijn te lage geboortegewichten, onderkoeling, ondervoeding, geboorte-infecties, aangeboren afwijkingen en verstoten. Vroeg spenen, zoals bij lammeren van melkschapen (direct na biestopname), heeft een negatieve invloed op de immuunrespons en de groei van de lammeren. Bij lammeren kunnen ook gezondheidsproblemen ontstaan door onvoldoende geventileerde stallen.

Hoge ziektegevoeligheid

schapenhouderij%20rotkreupel.jpg

Schapen zijn gevoelig voor veel besmettelijke en niet besmettelijke ziekten en aandoeningen. De gevolgen voor het welzijn variëren sterk, van hoge sterftepercentages (blauwtong, parasieten) en abortus (toxoplasma) tot chronisch pijnlijke aandoeningen (rotkreupel, blauwtong) en slijtage (zwoegerziekte, parasieten).

Oormerken

schapenhouderij%20oormerken.jpg

Oormerken veroorzaken behalve een kleine verwonding vaak ook een ontstekingsreactie van een week tot enkele weken. 2% van de dieren heeft gedurende 3 maanden of langer in ernstigere mate last van een ontsteking met pus en zwelling van het oor. Het uitscheuren van oormerken door het haken achter raster, flexinet of hokafscheiding komt regelmatig voor. Alternatieven voor oormerken zijn pensbolussen en injectaten beide in combinatie met 1 oormerk. De pensbolussen zijn echter niet direct na geboorte, maar pas vanaf een leeftijd van vier weken, toepasbaar. Het inbrengen van injectaten in de buik of een pensbolus geeft aanzienlijk minder pijn dan het aanbrengen van oormerken in het oor.

Laatste wijziging aan dit dossier:

22 september 2015

Bron introfoto: Marko Ruis