Dossier

Welzijn melkvee

De koe en Nederland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In Nederland zijn ongeveer 1,5 miljoen melkkoeien.

Inleiding

Er is toenemende belangstelling voor huisvesting in vrijloop/potstallen: bij uitbreiding richten bedrijven een deel van de stal in zonder ligboxen voor de gevoelige koeien (rond het afkalven) terwijl bij nieuwbouw vrijloopstallen overwogen worden.

In de melkveehouderij is een tendens tot minder weiden: 24% van de koeien blijft jaarrond binnen (CBS, 2010). Bedrijven die de koeien het jaar rond binnen houden, passen bij nieuwbouw de stal aan door meer ruimte (bredere gangen), ruimere ligboxen en zachtere vloeren (rubber).

In dit dossier worden de belangrijkste (oorzaken van) welzijnsproblemen bij melkvee besproken. Welzijnsproblemen bij melkvee hangen grotendeels samen met moederloze opfok, overbezetting, gladde en harde vloeren, gebrek weidegang, onevenwichtige voeding en onthoornen.

Zie het Welfare Quality dossier voor meer informatie over het meten van welzijn aan de hand van dierkenmerken.

Moederloze opfok

In de melkveehouderij worden kalveren, om besmetting te voorkomen, zo snel mogelijk bij de moeder weggehaald. Zowel door moeder als kalf kan geen natuurlijk gedrag uitgeoefend worden. Een beperkt aantal (meestal biologische) bedrijven laat de kalveren gedurende kortere of langere tijd bij de koe zuigen (in de kudde of bij pleegmoeders apart).

Overbezetting

Koeien aan het voerhek, bron: Wageningen UR Livestock Research

Een goede huisvesting van melkkoeien in ligboxstallen bestaat uit voldoende lig- en vreetplaatsen en voldoende ruimte in de ligboxen. Bij een tekort aan lig- en vreetplaatsen kunnen niet alle dieren tegelijk hetzelfde (synchroon) gedrag uitvoeren. Bovendien treedt competitie op tussen dieren, en daardoor stress, en kunnen dieren minder liggen met een langere belasting van klauwen en benen.

Gladde en harde vloeren

Op gladde vloeren hebben koeien meer moeite met bewegen en durven o.a. geen tochtgedrag te laten zien omdat ze bang zijn weg te glijden. Door te zorgen voor vloeren met voldoende grip neemt het uiten van het natuurlijke gedrag toe en zullen er minder beschadigingen aan de klauwen en gewrichten wegens uitglijden voorkomen. Met urine en mest bevuilde harde stalvloeren leiden tot een hogere infectiedruk van infectieuze aandoeningen en zorgen ervoor dat klauwen week worden. Hierdoor zijn klauwen vatbaarder voor slijtage, beschadigingen en infectieuze aandoeningen als Mortellaro en stinkpoot.

Gebrek weidegang

Koeien in wei, bron: Marcel van Oijen

Weidegang heeft voor runderen belangrijke voordelen, zowel voor het uiten van natuurlijk gedrag als voor de gezondheid. Runderen die bekend zijn met weidegang hebben daar, afhankelijk van de weersomstandigheden, een voorkeur voor. Weidegang heeft veelal een positieve invloed op klauw- en beengezondheid. In de weide mits van goede kwaliteit (ook de kavelpaden) blijven de klauwen droger, is de infectiedruk lager en kunnen koeien ongehinderd bewegen. Een lagere infectiedruk vermindert ook de kans op mastitis (uierontsteking). Door de toegenomen schaal van de bedrijven wordt het echter steeds moeilijker om over voldoende weiland rondom de boerderij te beschikken.

Onevenwichtige voeding

Beeld uit video pensverzuring, bron: Dierenwelzijnsweb

Stofwisselingsziekten - melkziekte, slepende melkziekte, klauwbevangenheid, lebmaagdraaiingen/verplaatsing - komen voor als gevolg van een onevenwichtige voeding zowel tijdens de lactatie als tijdens de droogstand. Hoe hoger de productie hoe moeilijker het is om op elk moment de behoefte van koeien te kunnen dekken, zowel voor energie als eiwit, maar ook voor mineralen en spoorelementen en de hoeveelheid structuur in het rantsoen.

De pensgezondheid kan afnemen door een gebrek aan ruwvoer, en een overdaad aan krachtvoer. De pens verzuurt en de spijsvertering wordt slechter: de koe gaat zich ziek voelen, gaat minder eten, en op termijn minder melk produceren.

Onthoornen

Onthoornen, bron: 'De koe en haar hoorns', 2009

Kalveren worden meestal onthoornd om toekomstige verwondingen te voorkomen. Deze ingreep is pijnlijk en mag tot een leeftijd van 2 maanden. Onthoornen vindt plaats met een brander, en mag alleen na (lichte) sedatie (om de dieren rustig te krijgen) en locale verdoving (vaak lidocaïne) door een dierenarts. Onthoornd zijn geeft aangepast gedrag bij de koeien. Normaal gesproken bepalen koeien met hun hoorns hun plaats in de kudde (rangorde) en geven ze signalen aan elkaar af. De rangorde kan bewaard worden zonder fysiek contact en de dieren blijven op enkele meters afstand van elkaar. Zonder hoorns kan de rangorde ook bepaald worden en wordt de uitwijkafstand (‘personal space’) tussen dieren aanzienlijk kleiner.

Gehoornd vee is wel te houden, maar er is meer ruimte en overzicht nodig in de stallen, en bij de inrichting (voerhek, krachtvoerboxen) moet rekening zijn gehouden met gehoornd vee.

Van nature hebben koeien hoorns. De koe zoals wij die nu in Nederland kennen stamt oorspronkelijk af van de Bosrund, de Oder of de Oerrund.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Laatste wijziging aan dit dossier:

13 februari 2016

Bron introfoto: Shutterstock