Dossier

Welzijn cavia's

De cavia (Cavia aperea f. porcellus) is een knaagdier dat van nature in de Andes voorkomt en waarschijnlijk circa 3000 jaar geleden door de voorlopers van de Inca’s is gedomesticeerd.

Inleiding

Nederlandse en Engelse handelaren introduceerden in de 16de eeuw cavia’s in Europa, waar ze al snel als exotisch huisdier populair werden. Nu is het een gangbaar huisdier in Europa. Er bestaan veel caviarassen. Er zijn typen met verschillende vachtkleuren. maar er zijn ook typen met verschillen in de aard van de beharing. Cavia’s kunnen 8 jaar oud worden, maar worden gemiddeld 5 jaar oud.

In Nederland worden circa 850.000 knaagdieren door circa 430.000 huishoudens gehouden. Aangenomen wordt dat cavia’s de grootste groep onder de kleine knaagdieren zijn. Behalve als gezelschapsdier worden cavia’s ook voor tentoonstellingen gefokt en gehouden (rasfokkerij). Cavia’s komen veel voor op kinderboerderijen.

In dit dossier worden de belangrijkste oorzaken van welzijnsproblemen bij cavia’s die als huisdier worden gehouden besproken. Welzijnsproblemen hangen grotendeels samen met onvoldoende ruwvoer, vitamine C gebrek, vocht, kou en tocht, individuele huisvesting, gebrek aan schuilmogelijkheid en erfelijke aandoeningen.

Zie het Welfare Quality dossier voor meer informatie over het meten van welzijn aan de hand van dierkenmerken.

Onvoldoende ruwvoer

cavia's%20die%20hooi%20eten.jpg

Cavia’s hebben een hoog stofwisselingsniveau en moeten de hele dag door eten. Ze hebben veel ruwvoer nodig, zoals hooi. Hooi bevat een hoog percentage ruwvezel en dat is belangrijk voor een goede vertering van het voedsel. Ruwvoer helpt ook om de tanden te laten slijten. Als aanvulling op ruwvoer zijn caviakorrels geschikt. Dit is beter dan gemengd voer, wat selectief eten in de hand werkt.

Vitamine C gebrek

Vitamine C zit onder andere in groente, bron: BunnyBunch.nl

Een tekort aan vitamine C veroorzaakt ziektes bij de cavia, met vaak sterfte als gevolg. Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken, dus het is erg belangrijk dat ze voldoende binnenkrijgen via de voeding. Droogvoer dat speciaal gemaakt is voor cavia’s (caviakorrels) bevat genoeg vitamine C, in tegenstelling tot algemeen knaagdierenvoer. Cavia’s kunnen vitamine C ook uit groenten en fruit halen. Vers gras kan ook prima gevoerd worden. De kleine vitamine C tabletjes die je bij de drogist kunt kopen zijn ook geschikt voor cavia’s.

Vocht, kou, tocht

Cavia’s moeten in een tochtvrije, droge, relatief warme ruimte worden gehouden. Is dit niet het geval dan zijn ze vatbaarder voor luchtweginfecties. De optimale omgevingstemperatuur ligt tussen de 18 en 21 °C. De temperatuur mag niet boven 26 °C uitkomen. Cavia’s kunnen buiten gehouden worden, maar dan is het belangrijk dat ze een wind- en waterdicht hok hebben, met een dikke laag bodembedekking en het liefst ook met meerdere dieren bij elkaar. Bij warm zomerweer is schaduw belangrijk tegen oververhitting.

Individuele huisvesting

Cavia’s zijn groepsdieren, dus kunnen het beste samen gehuisvest worden. Een combinatie van twee of meer zeugjes en eventueel een (gecastreerd) beertje werkt over het algemeen het best. Door de rangorde binnen een groep cavia’s kunnen niet alle cavia’s zonder problemen bij elkaar in een hok leven. Hoe groter hun leefoppervlak is, hoe kleiner de kans op ruzies is. Individueel gehouden cavia’s kunnen apathisch worden.

Gebrek aan schuilmogelijkheid

Hok met schuilmogelijkheid, bron: Cavianet.nl

De wilde cavia (Cavia aprea) leeft op grasvlakten en slaapt in holen. Cavia’s hebben door de plaatsing van hun ogen een goed overzicht van hun omgeving. Zo kunnen ze roofdieren snel opmerken. Als ze worden opgeschrikt zoeken ze snel dekking of houden ze zich doodstil om niet opgemerkt te worden. Cavia's hebben in de kooi dan ook een schuilmogelijkheid nodig bijvoorbeeld in de vorm van een schuilhokje, of voldoende los materiaal.

Erfelijke aandoeningen

Haarloze cavia, bon: Shutterstock

Een aantal caviarassen heeft ernstige erfelijke aandoeningen en het fokken met deze dieren is omstreden:


● Haarloze cavia’s met een verhoogd risico op kou vatten, longontsteking en verwondingen aan de huid;


● Huidsatijnharige cavia’s, die meestal op volwassen leeftijd botproblemen en verlammingsverschijnselen krijgen (osteodystrofie of ‘satijnziekte’);


● Cuy cavia, een ras dat ongeveer 2 keer zo groot is als een normale cavia, minder tam is en een geringe levensverwachting heeft (slechts 3 jaar).

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Laatste wijziging aan dit dossier:

22 september 2015


Bron introfoto: Dierenkliniek Dronten