Dossier

Welfare Quality: Meten van dierenwelzijn

Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven zoals het door het dier wordt ervaren. Een goed welzijn betekent voor dieren dat er voldaan wordt aan de natuurlijke behoeftes van het dier. Gedrag en gezondheid geven belangrijke signalen af over hoe het met het welzijn gesteld is. Goede huisvesting en voeding zijn basisvoorwaarden om dierenwelzijn te optimaliseren. Kennis over de biologie van het dier is nodig om te weten wat het dier nodig heeft en hoe het functioneert. Alleen dan zijn signalen van ‘onwelzijn’ of juist van positief welzijn te herkennen.

Inleiding

In het EU-project Welfare Quality® is een Europees gedragen systematiek voor het meten van dierenwelzijn ontwikkeld, grotendeels op basis van kenmerken van en metingen aan dieren. Deze systematiek borduurt voort op de vanuit praktische overwegingen veel gehanteerde ‘vrijheden voor het dier’ (five freedoms).

Lees meer

Het raamwerk van Welfare Quality gaat uit van vier klassen (zie ook bovenstaande figuur), die in dit dossier nader omschreven worden: (1) normaal gedrag; (2) goede gezondheid; 3) goede voeding, en (4) goede huisvesting.

Dit dossier gaat over het meten van dierenwelzijn, niet over wat we vinden van dieren in bepaalde situaties. Dit is niet minder belangrijk. Mensen hebben hier vaak uiteenlopende meningen over. Dit is het terrein van de dierethiek. Dierethiek gaat over vragen als: Is dit menselijk handelen ten opzichte van het dier goed of fout? Kennis en feiten spelen daarbij een rol, maar zijn daarbij niet doorslaggevend. Daarom is dierethiek ook in bovenstaande figuur opgenomen.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Meer video's

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Deze video's zijn geproduceerd in opdracht van: Wageningen University & Research. Project: Dierenwelzijn in Beeld - WURKS

Normaal gedrag, bron: Cursus Dierenwelzijn

Normaal gedrag

Gedrag is een zeer belangrijke informatiebron om het welzijn van dieren te beoordelen. Er zijn vier gedragscriteria van belang bij het beoordelen van het welzijn: (1) Expressie van sociaal gedrag; (2) Expressie ander soortspecifiek gedrag; (3) Positieve emotionele toestand, en (4) Goede mens-dierrelatie .

Lees meer

Expressie van sociaal gedrag: Dieren moeten in staat zijn hun natuurlijke, soortspecifieke gedrag uit te oefenen. Dat is positief voor hun welzijn. Sociaal gedrag is een onderdeel van natuurlijk, soortspecifiek gedrag. Rangorde, verzorging en bescherming zijn daar belangrijke aspecten van. Bij sociale dieren is het vertonen van spelgedrag vaak een goede indicator voor goed sociaal gedrag.

Expressie ander soortspecifiek gedrag: Sommige andere onderdelen van het natuurlijke gedragsrepertoire zijn zo belangrijk en belonend voor een dier dat het die gedragingen onder alle omstandigheden wil blijven uitvoeren. Er wordt in dit verband ook gesproken over ‘behavioural needs’. Voor varkens, bijvoorbeeld, is het belangrijk te kunnen wroeten. Als we dieren beperken in het uitvoeren van belangrijke gedragingen, vergroten we de kans dat dieren chronisch gestresst raken en afwijkend en ongewenst gedrag gaan ontwikkelen, zoals beschadigend, stereotyp en apathisch gedrag.

Positieve emotionele toestand: Er zijn steeds meer aanwijzingen dat mensen en (gewervelde) dieren vergelijkbare emoties kennen: hersenstructuren en hersenprocessen van mensen en gewervelde dieren lijken veel op elkaar. Om een goed dierenwelzijn te kunnen waarborgen, moeten negatieve emoties zoals angst, stress en frustratie worden beperkt en positieve emoties zoals veiligheid, tevredenheid en plezier worden gestimuleerd.

Goede mens-dierrelatie: De kwaliteit van de relatie tussen mens en dier oftewel de manier waarop mensen met dieren omgaan heeft veel invloed op de emoties die het dier ervaart. Met een positive relatie tussen mens en dier ontwikkelen dieren minder angst voor mensen, en dat maakt ze ook makkelijker in de omgang.

Goede voeding, Cursus Dierenwelzijn

Goede voeding

Voeding voorziet een dier in zijn energiebehoefte en levert belangrijke stoffen voor onderhoud, activiteit en een goede gezondheid. Als een dier niet genoeg voedsel en water op kan nemen, krijgt het een gevoel van honger en dorst. Door langdurige honger en dorst ondervinden dieren negatieve emoties en lichamelijke veranderingen die slecht zijn voor het welzijn van het dier.

Lees meer

Afwezigheid van langdurige dorst: Als dieren te weinig water binnenkrijgen krijgen ze dorst. Het dorstgevoel heeft een functie. Het maakt dat dieren gaan drinken om te voorkomen dat hun gezondheid in gevaar komt. Een afname van het lichaamswatergehalte van 10% brengt al een aantal lichaamsfuncties in gevaar.

Afwezigheid van chronische honger: Honger is een signaal van het lichaam dat wijst op een energietekort. Als een dier niet voldoende voedsel binnen krijgt, spreekt hij zijn lichaamsreserves aan. Vet bijvoorbeeld. Uiteindelijk zal hij ook bestanddelen die niet als reserve bedoeld zijn, gebruiken. De gezondheid van het dier komt dan in gevaar. Signalen van chronische honger zijn onder andere een verminderde lichaamsconditie, en het optreden van afwijkend gedrag als gevolg van negatieve emoties.

Het is ook belangrijk dat een dier niet te veel voedsel krijgt. Hierdoor kan overvoeding optreden en kan het dier te dik worden. Dit is slecht voor de gezondheid.

Juiste samenstelling voeding: Een dier eet tot hij verzadigd is. Hij kan echter niet zelf bepalen of hij ook voldoende voedingsstoffen zoals vetten, koolhydraten, eiwitten, mineralen en vitamines heeft binnengekregen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de spijsvertering en de voedingsbehoefte van het dier. Voedsel dat het dier in het wild eet, is een goed uitgangspunt voor het juiste dieet van een gehouden dier.

Voedselzoekgedrag: Dit onderdeel valt eigenlijk onder 'Gedrag', maar wordt hier apart benoemd. De manier van aanbieden van voedsel heeft ook invloed op het welzijn. Voedsel zoeken is namelijk voor de meeste dieren een belangrijk onderdeel van hun daginvulling en natuurlijke gedrag. Het is daarom van belang dat gehouden dieren worden uitgedaagd om meer moeite te doen om hun voedsel te verkrijgen.
Goede huisvesting, cursus Dierenwelzijn

Goede huisvesting

Een dier dat gehouden wordt, leeft niet in zijn natuurlijke leefomgeving, maar heeft nog wel de behoefte om zijn natuurlijke gedrag uit te voeren. Belangrijk is in hoeverre huisvestingsfactoren als klimaat, bewegingsvrijheid, lig- en rustcomfort en omgevingsverrijking tegemoetkomen aan de behoeftes van het dier.

Lees meer

Comfortabel klimaat: Dieren zijn vaak aan een heel specifiek klimaat aangepast. Als de klimaatomstandigheden daarvan afwijken, kan dat negatieve gevolgen hebben voor het dierenwelzijn. Factoren die het klimaat van een natuurlijke leefomgeving bepalen, zijn warmte en kou, zonlicht, vochtigheid, droogte en wind. Klimaatfactoren die van belang zijn als dieren gehouden worden zijn (een combinatie van) temperatuur, luchtvochtigheid, licht, luchtsnelheid en luchtsamenstelling.

Bewegingsvrijheid: Bewegen is goed voor de conditie en daarmee de gezondheid van de dieren. Veel bewegingsvrijheid is over het algemeen positief voor het dierenwelzijn. Bewegingsvrijheid betekent ook dat dieren zich makkelijk in hun huisvesting kunnen verplaatsen, zonder belemmerd te worden door obstakels of een gevaarlijke ondergrond. Om verschillende activiteiten en gedragingen in gevangenschap uit te kunnen oefenen, is de huisvesting bij voorkeur zo ingericht dat er aparte ruimtes zijn voor het uitvoeren van verschillende gedragingen (functiegebieden).

Comfortabel liggen en rusten: Comfortabel liggen en rusten draagt positief bij aan het dierenwelzijn. De inrichting van de huisvesting moet zodanig zijn dat de dieren rustig en ongestoord kunnen liggen wanneer ze daar behoefte aan hebben. Voor vogels houdt dit in dat ze over zitstokken van een goede dikte moeten beschikken. Dieren moeten zich veilig kunnen voelen in hun huisvesting. Beschermd tegen soortgenoten en roofdieren, maar ook tegen extreme klimaatfactoren zoals hitte, koude en tocht. Ook moet er rekening gehouden worden met het feit of dieren nacht- of dagdieren zijn.

Omgevingsverrijking: In de natuur hebben dieren op verschillende manieren te maken met uitdagingen vanuit hun omgeving. Deze situatie is voor gehouden dieren na te bootsen door omgevingsverrijking toe te passen. Verrijking komt het dierenwelzijn ten goede. Een (te) kale omgeving kan dieren frustreren en leiden tot afwijkend gedrag. Verrijking is op verschillende manieren te realiseren: sociale interactie met soortgenoten, fysiek verrijkingsmateriaal, en voedselverrijking.
Goede gezondheid, cursus Dierenwelszijnsweb

Goede gezondheid

Gezondheid is samen met gedrag een belangrijke informatiebron om het welzijn van dieren te beoordelen. Gezondheid vertelt veel over hoe een dier functioneert in zijn leefomgeving. Voor een goede gezondheid is het belangrijk dat het dier vrij is van verwondingen, van ziektes en van ongemak door ingrepen en handelingen.

Lees meer

Afwezigheid van verwondingen: Een dier dat gewond is, voelt pijn en kan gefrustreerd of gestresst raken. Verwondingen kunnen tot infecties met ziekteverwekkers leiden, waardoor ze nog meer gezondheids- en welzijnsproblemen veroorzaken. Veel verwondingen zijn van buitenaf waar te nemen. Een dier kan echter ook interne verwondingen hebben opgelopen, die vast te stellen zijn door inwendig onderzoek of te zien zijn aan merkbare veranderingen in houding en gedrag. Verwondingen kunnen in het uiterste geval tot sterfte leiden.

Afwezigheid van ziektes: Een ziek dier vertoont vaak lichamelijke verschijnselen zoals braken, diarree of koorts. Ziekte heeft een negatieve invloed op het welzijn van het dier. Dieren kunnen ziek worden als gevolg van chronische stress, maar ook door een verkeerd klimaat of een slechte hygiëne. Door ziekte te voorkomen, of juist te behandelen, ervaart een dier minder stress en minder negatieve emoties zoals pijn. De invloed die ziekte op het welzijn heeft, hangt af van de aanwezige weerstand en het herstelvermogen van het dier.

Afwezigheid ongemak door ingrepen en handelingen: Het (ondeskundig) uitvoeren van ingrepen en handelingen kan tot veel ongemak, zoals angst en pijn, leiden. Voor het welzijn van het dier is het belangrijk dat deze gevolgen zo veel mogelijk vermeden of beperkt worden. Bij het besluit om een ingreep of handeling al dan niet uit te voeren, moeten de risico’s voor mens en dier en het ongemak voor de dieren afgewogen worden.

Laatste wijziging aan dit dossier:

9 maart 2019

Bron introfoto: Cursus Dierenwelzijn, Dierenwelzijnsweb